OPDRACHT >> 13. Lees: “Hoe je omgaat met geruchten en fluistercampagnes”

HOE JE OMGAAT MET GERUCHTEN EN FLUISTERCAMPAGNES

Er kunnen tijden aanbreken dat iemands reputatie onder vuur komt te liggen door geruchten en roddels, die mensen een onjuiste realiteit geeft over hem en hem voor mensen onwerkelijk maakt. Daardoor lijkt het of hij het niet eens is met de mensen waar hij mee in contact staat. Deze situatie is het tegenovergestelde van wat goede public relations verondersteld wordt te doen. Het komt neer op “slechte verrichtingen op een onjuiste manier uitgedragen”. 

Vaak haalt iemand er alleen maar zijn schouders over op en accepteert hij het als een stuk van het leven; zo is het gewoon en je kunt de menselijke aard nu eenmaal niet vertrouwen. Anderen vechten bitter door om hun reputaties te verdedigen, en omdat ze de public relations technologie missen die hen kan tonen hoe ze zulke omstandigheden aan moeten pakken, gaan ze er op een dusdanige manier mee om dat hun ontkenningen de zaak alleen nog maar erger maken.Er wordt niet alleen over beroemdheden en politieke figuren kwaadgesproken. Geruchten en leugens kunnen het leven in elke sociale kring onaangenaam maken. 

Wat kan men doen als men met zulke aanvallen op de goede naam, wordt bedreigd? 

Er zijn standaard public relations oplossingen voor dit probleem die men zou moeten kennen en die men, als dit type situatie zich ooit voordoet, zou moeten toepassen. 

“Zwarte propaganda” (zwart = kwaadaardig of denigrerend, propaganda = beweringen of ideeën uitdragen) is de term die wordt gebruikt in verband met het kapotmaken van de reputatie of het breken van het geloof van het publiek in personen, bedrijven of naties. 

Met de zwarte propaganda techniek wordt geprobeerd een reputatie op een dusdanige manier onderuit te halen dat de persoon, het bedrijf of de natie met “algemene instemming” alle rechten worden ontzegd. Het is daarna mogelijk de persoon, het bedrijf of de natie met een kleine aanval kapot te maken, als dit al niet door de zwarte propaganda is gebeurd. 

Vals en leugenachtig geroddel van “ouwe wijven” was de vroegere vorm van deze tactiek en die was dermate kwaadaardig dat ze in sommige gebieden aan de schandpaal werden gezet of uit de stad werden verdreven. 

Tegenwoordig bestaat een dergelijke beteugeling van zwarte propaganda niet. De ellende en kosten van rechtszaken wegens smaad en laster en misbruik van het pers privilege maakt iedereen voor zo’n campagne kwetsbaar. 

Men hoeft alleen maar een vijand te hebben. En er zijn weinig mensen in de geschiedenis te vinden die het er zonder vijanden afbrachten. 

De samenleving bevat hier en daar mensen die niet al te snugger zijn. 

Dit uit zich in een eigenaardig plezier in kwaadaardige dingen. Dergelijke mensen hebben er weinig moeite mee om lasterlijke geruchten te verspreiden. In een ongeletterde samenleving wemelt het van dergelijke figuren. Aangezien ze niet kunnen lezen, wordt hun het merendeel van de kennis onthouden. Aangezien ze niet al te veel woorden kennen, wordt veel van wat er wordt gezegd niet begrepen. 

Dit blijft trouwens niet beperkt tot alleen de ongeletterde. 

Wat ze niet begrijpen vervangen ze door denkbeeldige dingen. 

Op die grond luisteren dergelijke mensen niet alleen naar laster, maar vervalsen en verdraaien ze deze ook nog eens een keer. 

Aldus kan een gerucht in de maatschappij de ronde doen dat niet op waarheid berust. 

Als er veel van dergelijke geruchten in omloop zijn en ze blijven maar aanhouden, vermoedt men een “fluistercampagne”. Dat noemen we niet zo omdat mensen deze dingen fluisteren maar omdat dergelijke geruchten net als een onheilspellende storm geen herkomst schijnen te hebben.

Zwarte propaganda maakt gebruik van zo'n bereidheid om leugens door te geven en nog verder op te blazen. 

Veel zwarte propaganda is natuurlijk brutaler en verschijnt met vette letters in onverantwoordelijke (of heimelijk gecontroleerde) kranten en radio- en televisiezenders. 

Maar zelfs nadat een slecht persverhaal is verschenen of een slecht radio- of televisieprogramma is uitgezonden, wordt er door de zwarte propagandisten toch op de “fluistercampagne” gerekend om de laster door de maatschappij verder uit te dragen. 

Daarom loopt iedere persoon, ieder wezen, gevaar. 

Iemand begint te vrezen dat er slechte dingen over hem worden gezegd. Wanneer iemand wordt geconfronteerd met een fluistercampagne, werkelijk of ingebeeld, is hij geneigd zich terug te trekken, is hij geneigd minder actief te worden en minder naar buiten te treden. 

Dit is ook op bedrijven en naties van toepassing. 

Daarom kan iemand, tenzij hij weet hoe hij zo'n aanval de kop in moet drukken, in feite nogal miserabel en ziek worden gemaakt. 

De Wet van de Ontbrekende Gegevens

Er is een natuurwet aan het werk die jammer genoeg in het voordeel van zwarte propaganda werkt. 

WAAR GEGEVENS NIET BESCHIKBAAR ZIJN, ZAL MEN ZE ZELF VERZINNEN. 

Dit is de Wet van de Ontbrekende Gegevens.

Een vacuüm heeft de neiging zichzelf op te vullen. Oude filosofen zeiden dat “de natuur een vacuüm verafschuwt ”. In de praktijk stroomt de omringende druk namelijk een gebied zonder druk binnen.

Dit is ook van toepassing bij een persoon, bedrijf of natie.

Getroffen door leugens heeft de persoon de neiging zich terug te trekken. Hierdoor alleen al ontstaat de tendens om dingen naar zich toe te trekken.

De persoon wil op dat moment geen gegevens naar buiten brengen. Hij wordt tot op zekere hoogte een mysterie.

Om dat mysterie op te vullen, zullen mensen gegevens gaan verzinnen.

Dit gaat op voor personen, bedrijven of naties.

Dit is het moment dat public relations noodzakelijk wordt.

In wezen is public relations de kunst om kundige verrichtingen een goede naam te bezorgen.

Het is een fatale denkfout om te denken dat kundige verrichtingen voor zichzelf spreken. Dat doen ze niet. Ze moeten worden uitgedragen. 

In de kern is dit wat public relations inhoudt. Dit is bovendien waarom het bestaat – om dat vacuüm van ontbrekende gegevens op te vullen. Als er een zwarte-propaganda-campagne aan de gang is, wordt iemand de toegang tot normale communicatiekanalen ontzegd. De schrijvende pers via wie de campagne wordt gevoerd, zal namelijk een gunstig commentaar niet doorlaten. Iemand is niet goed bij zijn hoofd als hij denkt dat zij dat zullen doen, want ze dienen andere meesters en die willen de reputatie van het doelwit kapotmaken. 

Uitlatingen van een “autoriteit” drukken de zuivere waarheid naar de achtergrond. 

Daarom moeten mensen die public relations bedrijven, zeker wanneer zij met zwarte propaganda worden geconfronteerd, hun technologie tot in de puntjes beheersen. 

Het Aanpakken

Wanneer men niet met zwarte propaganda wordt geconfronteerd en er dus ook niet tegen hoeft te vechten, is public relations een fluitje van een cent. 

Men huurt een verslaggever in die aan de slag gaat om ideeën te bedenken en persberichten uitstuurt. Daarom wordt trouwens vaak gedacht dat verslaggevers geschikte public relations mensen zouden zijn, wat ze dus helemaal niet zijn. 

Wanneer je wordt geconfronteerd met een zwarte-propaganda-campagne, worden zulke publicaties verdraaid of geweigerd en daar sta je dan. 

Er komt bij het vak natuurlijk veel meer kijken. 

Hier volgen een paar van de regels die van toepassing zijn: 

Vul het vacuüm op. 

In de eerste plaats moet je ophouden je terug te trekken. Het is overtuigend bewezen dat bij de behandeling van zwarte propaganda met public relations alleen het naar buiten treden iets oplevert. Niets zeggen mag dan getuigen van een nobel karakter, maar in public relations is het dodelijk. 

Botte ontkenning is grof en kan als een soort bevestiging tegen iemand worden gebruikt. 

Je hoeft met je fouten niet naar buiten te treden of ze te verspreiden en je moet dat ook nooit doen. PR-mensen gaan vaak zelf de fout in.

Vat dit echter niet op als “zwijgen is goud”. Begeef je naar een betrouwbare omgeving en zeg wat je te zeggen hebt. 

Gebruik elk kanaal om te zeggen wat je te zeggen hebt. Gebruik echter geen kanalen die wat je zegt zullen verdraaien en dat dan zullen blijven herhalen. 

Blijf niet bij hetzelfde onderwerp als waarop je wordt aangevallen. 

Een voorbeeld van iets van je laten horen, zonder dat je iets ontkent (en het daarom bevestigt), zou kunnen zijn: 

BEWERING: “Ik las dat de firma waar je werkt vorige maand op de fles is gegaan”. 

WEERLEGGING:“Mijn god. Vertel mij wat! Als we niet onder dat contract waren uitgekomen, zouden we inderdaad op de fles zijn gegaan. Er werd een enorme scène gemaakt in de directiekamer. Maar McClintock won. Een Schot in hart en nieren,jongen. Hij zei: ‘Ik verrek het om dit te tekenen’. Hij stond op het punt de directeur een dreun voor zijn kop te geven. Ze vlogen elkaar flink in de haren. Het schijnt dat we ergens nog een potje van 80 miljoen hebben staan en McClintock is daar verantwoordelijk voor en hij wil er nog geen stuiver van uitgeven.”

De conclusie van de ondervrager is dat je niet op de fles bent gegaan. Hij heeft gegevens gekregen. Het vacuüm is opgevuld met een verhaal van ruzie op directieniveau en een mysterieus reservepotje van 80 miljoen. 

Ontzenuw onjuiste gegevens

Dit bestaat uit het volkomen en totaal weerleggen van de onjuiste bewering met behulp van documenten of door het in de praktijk te bewijzen of aan te tonen. Men moet een verzameling documenten hebben, in staat zijn iets aan te tonen of iets hebben om te laten zien. 

BEWERING: “Ik heb gehoord dat je in aanvaring bent gekomen met de directie van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst”. 

WEERLEGGING: “Hier is ons gezondheidscertificaat, zoals je ziet van recente datum, en een aanbevelingsbrief van de directie van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst.” Je laat de betreffende papieren gelijk zien. 

Resultaat? Ongeacht wie het verhaal heeft verteld aan de vraagsteller, die persoon heeft voor hem als betrouwbare informatiebron nu afgedaan. 

Wanneer iemand een of andere bewering doet die aantoonbaar onjuist is, kom dan te weten wie hem dat heeft verteld om zodoende zijn aandacht daarop te vestigen en vervolgens pas met de weerlegging te komen.

BEWERING: “Ik hoor dat je helemaal niet getrouwd bent met de man met wie je samenwoont”. 

WEERLEGGING: “Wie heeft je dat nu weer verteld?”

SPREKER: “Dat ben ik vergeten, hoor”. 

WEERLEGGING: “Nou, herinner het je nou maar, dan zal ik je bewijzen dat het onzin is”. 

SPREKER: “Nou, het was een man”. 

WEERLEGGER: “Wie?”

SPREKER: “Jan Koopmans”. 

WEERLEGGING: “Mooi. Hier heb je mijn huwelijkscertificaat! Wie is die rare Jan Koopmans dan helemaal?” 

Nu is Jan Koopmans het mysterie. Waarom liegt hij? Wat is zijn belang in het geheel? 

Als je geen document hebt, maar er wel aan kunt komen, kun je zeggen: “Jij geeft mij de naam van degene die dat heeft verteld, dan zal ik de volgende keer dat ik je zie, je over dit geval iets zeer interessants laten zien”.

En zorg ervoor dat je het document vindt en hem weer ontmoet. 

Er zijn wel een miljard variaties. “Het kan niet vliegen.” Laat het vliegen. “De loods is leeg.” Laat hem zien dat de loods bomvol staat. 

Het onderwerp behelst bewijs; in welke vorm dan ook.

Je bestrijdt alleen argumenten waarvan je kunt bewijzen dat ze onjuist zijn, en je laat in elk gesprek de rest voor wat het is.

Ontzenuw ieder gerucht.

Waar gegevens niet beschikbaar zijn, zal men ze zelf verzinnen. Deze wet wekt ongelukkiger wijze zwarte propaganda in de hand.

Wanneer het vacuüm met ware gegevens wordt gevuld...

...wordt de zwarte propaganda als leugen gezien en verdwijnt.

Ontkenningen bewijzen is bijna onmogelijk. “Hoe weet ik dat je niet van de CIA bent?” Tja, hoe kun je dat nu bewijzen? Je kunt geen KGB penning te voorschijn halen, want dat zou dus net zo erg zijn. Niemand schreef ooit een document: “Piet Smit is geen lid van de CIA!” Nutteloos. Het is een ontkenning. Wie zou het geloven? 

Soms werkt: “Voor jou een vraag, voor mij een weet.” 

Maar het juiste antwoord op een ontkenning (geen bewijs) is een “opvulling van het vacuüm”. 

Maar af en toe kan men een ontkenning bewijzen. Als iemand van drugssmokkel wordt beschuldigd, dan kan hij bijvoorbeeld aantonen dat hij lid is van de anti-drugsbond. Het tegendeel bij een negatief bewijs moet geloofwaardig zijn.

Er bestaan miljoenen variaties. 

De basis ervan is om niet het gesuggereerde te zijn en in staat te zijn dat snel te bewijzen.

Ga door met het opvullen van het vacuüm.

Doorlopend kundige verrichtingen afleveren en doeltreffende publicatie van materiaal over iemands kundige verrichtingen is van levensbelang. 

Pamfletten, brochures, persberichten, uw eigen krant en tijdschrift, uw eigen contacten met opinieleiders; deze (en nog veel meer) moeten worden aangevuld met een begrijpelijke identiteit van uzelf.

Door deze te verspreiden of te gebruiken worden je eigen kundige verrichtingen bekendgemaakt. 

En je moet ook kundige verrichtingen leveren. Je moet opvallen, op zijn minst door je kundige verrichtingen en acties. 

Daarom moet er een doorlopende stroom van ware en artistiek verantwoorde public relations berichten plaatsvinden. 

Dan is er op een dag geen vijand meer. 

En jullie zullen dan een goede reputatie hebben. 

Er zullen dan misschien nog andere aanvallen de kop opsteken maar nu kun je ze bestrijden als kleine brandjes en niet als een heel bos dat in brand staat. 

Je kunt zien dat zwarte propaganda een heimelijke aanval is op de reputatie van een persoon, bedrijf of natie, gebruikmakend van laster en leugens met de bedoeling iemand of iets te verzwakken of kapot te maken. 

Doordat men zich verdedigt, wordt er voorondersteld dat het doelwit zo slecht nog niet is. 

Men hoeft niet volmaakt te zijn om zo'n aanval te weerstaan, maar het helpt natuurlijk wel. 

Maar zelfs al zou je perfect zijn, dan nog zou dat geen verdediging zijn. Bijna alle heiligen in de geschiedenis zijn aan zulke aanvallen blootgesteld. En de meesten van hen zijn erbij omgekomen. 

De oplossing is vakkundig toegepaste PR-technologie.

Om in iets vakkundig te zijn, moet men er verstand van hebben, er bedreven in zijn en het doen.

een houten frame waar vroeger overtreders met handen en voeten of met het hoofd en de handen aan werden vastgebonden, en die dan in het openbaar werden bespot of misbruikt.

de actie van het publiceren van onjuiste en boosaardige uitspraken over iemand.

een speciaal recht dat aan een bepaalde groep is gegeven dat hen vrijwaart van het navolgen van bepaalde regels of beperkingen. Pers privilege is het wettelijk recht van verslaggevers of redacteuren om te weigeren de identiteit van hun bronnen voor een rechtbank bekend te maken.

in grote getale voorkomen.

een lawaaierige ruzie, discussie of verstoring.

Central Intelligence Agency, een belangrijk bureau in de regering van de Verenigde Staten dat informatie verzamelt over buitenlandse regeringen en bepaalde niet-regeringsgroepen, waaronder die groepen die zich met terrorisme of georganiseerde misdaad bezighouden. Het probeert ook heimelijk gebeurtenissen in het buitenland te beïnvloeden.

afkorting voor Komitet Gosudarstvennoj Bezopasnosti (Russisch voor “Commissie voor de Staatsveiligheid”), het voormalige bureau voor de geheime dienst, spionage en veiligheid van de Sovjet Unie. Haar verantwoordelijkheid omvatte geheime spionage activiteiten, het beschermen van de politieke leiders en het bewaken van de grenzen (om indringers buiten en burgers binnen te houden).